‘Nee’ is meestal niet leuk. Het betekent dat je iets niet mag, terwijl je hoopte het juist wél te mogen. Als kind hoor je voortdurend nee, en hoor je vaak dat je niet goed genoeg bent. Ouders keuren vaak onbewust het gedrag van hun kinderen regelmatig af, en daar kun je zelfs op latere leeftijd last van ondervinden. Hierdoor kan er een innerlijke strijd ontstaan, die leidt tot een gevoel van: ik doe er niet toe. En dat terwijl we natuurlijk willen geloven dat wie we zijn en wat we doen juist is. Dit blijkt wanneer een van mijn cliënten me deze vraag stelt: ‘Ik voel me vaak afgewezen, hoe ga ik daarmee om?’
Anders kijken naar afwijzing
In de vraag van mijn cliënt zit een belangrijke boodschap verscholen: “ik doe er niet toe”. Daadwerkelijk afgewezen worden, is iets anders dan het gevoel hebben dat iemand je afwijst. En toch voelen deze emoties even zwaar. Daarom onderzoek ik bij dit soort vraagstukken samen met de cliënt waar de angst voor afwijzing vandaan komt. Het antwoord ligt meestal in de kindertijd. Als je als kind voortdurend wordt afgewezen, en van je ouders hoort dat je iets niet goed doet, kan er een gevoel ontstaan dat je niet jezelf mag zijn. En als je niet met dat gevoel aan het werk gaat, kan dit een groot effect hebben op je mindset en de keuzes die je maakt in werk en privé. Je leven ten volste leven wordt hierdoor beperkt omdat je constant het gevoel hebt dat je niet gezien wordt voor wie je bent. Wat ik bij veel vrouwen zie is dat ze bijvoorbeeld langer in een baan blijven zitten waar ze van binnen al afscheid van genomen hebben. Het is belangrijk om te onderzoeken waar de angst voor afwijzing is begonnen. Daarna is het belangrijk om je af te vragen of de emotie in het huidige moment daadwerkelijk actueel is, of slechts een trigger is van de kindertijd?
Wegrennen of erkennen
Er zijn grofweg twee manieren om met afwijzing om te gaan. Optie 1: Je kunt nóg harder je best doen. Door steeds te willen voldoen aan de verwachtingen van anderen, is de kans groot dat je hen gaat pleasen en daarmee jezelf voorbij loopt. Alles in de hoop om afwijzing in de toekomst te voorkomen. Je wijst dan als het ware de afwijzing af. Of beter gezegd: je stelt de afwijzing uit. Optie 2§ is om het onder ogen te zien: erkennen dat het er is, en onderzoeken waar het vandaan komt. Onder de angst voor afwijzing zit een behoefte aan erkenning: gezien worden voor wie je bent en wat je doet. En ik kan je vertellen: Als je gevoel van eigenwaarde in balans is, je weet wat je kwaliteiten en vaardigheden zijn hoeft erkenning niet altijd van buiten jezelf te komen.
Omgaan met afwijzing
Bewustzijn is de eerste stap om met afwijzing om te gaan. Dat betekent niet dat een afwijzing of het vermoeden van afwijzing geen pijn doet. Leuk wordt het namelijk nooit, en dat hoeft ook niet. Het wordt daarentegen wel makkelijker om met die pijn om te gaan, het een plekje te geven, en de erkenning bij jezelf in plaats van bij de ander te zoeken. Kun jij nog hulp gebruiken bij het omgaan met afwijzing, of wil je onderzoeken waar jouw angst voor afwijzing vandaan komt? Stuur me dan een bericht via het contactformulier. Dan onderzoek ik samen met jou hoe jij het beste met afwijzing kunt omgaan.